New Urbanism in Brabant: Brandevoort Helmond
Wie kunnen we beter vragen dan Timon van der Horst om ons rond te leiden door Brandevoort, het woongebied aan de zuidwestkant van de stad waarvan de bouw in 2000 startte – en nog steeds voortduurt. Zelf woont hij in zo’n andere roemruchte wijk van Helmond, aan de andere kant van de stad: Dierdonk. Ook ontwikkeld in een nauwe samenwerking tussen gemeente en BPD en eveneens een groot succes op de lokale en regionale woningmarkt: 'De gemeente had destijds een krachtige opdracht voor zichzelf geformuleerd: men wilde weg uit de ondergeschikte rol in de regio. Helmond gold als het lelijke eendje in Brabant en dat imago wilde men doorbreken. Helmond als aantrekkelijke woonstad op de kaart zetten, dat was de ambitie.' En dat lukte goed. Onder aanvoering van de ambitieuze wethouder Sjef Jonkers werd eerst Dierdonk in de populaire jaren dertig-stijl ontwikkeld. ‘Het consumentgericht ontwikkelen hebben wij daar met BPD geïntroduceerd. Het werd een voorbeeldwijk waar veel andere gemeenten kwamen kijken.'
Hogere dichtheid
Het succes smaakte naar meer. In het centrum van de stad werd onder meer de Italiaanse architect Natalini aangetrokken voor het project Boscotondo. En in de stadsuitbreiding die volgde op Dierdonk – met ruimte voor circa 6.000 woningen – was er wederom ruimte voor een gedurfd concept. Van der Horst legt uit, terwijl we onze wandeling beginnen bij het stoere station Brandevoort en allereerst deelgebied De Veste aandoen: 'BPD was vanaf het begin bij de ontwikkeling betrokken. Onze inzet: laten we heel bewust afwijken van de gemiddelde dichtheid van 35 woningen per hectare die we toen op zoveel Vinex-locaties zagen. We wilden het hier anders doen.' Met het Brabantse vestingstadje Heusden en de Kempische dorpen op het netvlies als referentie besloten gemeente en marktpartijen om het centrum van de nieuwe wijk Brandevoort in een veel hogere dichtheid te realiseren – en de buurten eromheen juist veel meer ruimte en groen te geven. 'Die ambitie, die overtuigd vertaald werd door de Luxemburgse stedenbouwkundige en beeldhouwer Rob Krier, leidde tot allerlei nieuwe woningtypologieën. Zoals het grachtenpand in vier verdiepingen, zoiets zag je eerder niet in Brabant. Ook de stedenbouwkundige opzet was vernieuwend, met de auto’s die van straat werden gehaald en waarvoor parkeerruimte in de binnenhoven werd gevonden.'
Bijzondere plekken
Een belangrijke onderlegger en inspiratie voor het concept van Brandevoort was de aanpak van het New Urbanism, een ontwerpbeweging die overwaaide uit Amerika en waarin veel waarde werd gelegd op aangename openbare ruimtes. Er was veel oog voor de menselijke maat en individualiteit. Lopend door Brandevoort zien we de aandacht voor detail en kwaliteit die daaruit voortvloeide overal terug: 'Daarmee raakten we bij velen een gevoelige snaar. Vanaf het eerste begin liep de woonconsument enorm warm voor de uitstraling van Brandevoort. Kopers kwamen uit Helmond maar ook vanuit de grotere regio. Het historiserende karakter van de architectuur sprak veel mensen aan. Geborgenheid en herkenbaarheid, die identiteit ademde het gebied. In de woningen maar ook in de andere gebouwen en voorzieningen die werden gerealiseerd, zoals de gietijzeren overdekte markthal op het centrale plein De Plaetse. Daarmee ontstonden bijzondere plekken in het gebied.' In De Veste werden ook de meeste niet-woonfuncties gerealiseerd. Met de introductie van grachten en andere elementen grepen de ontwerpers terug op beproefde principes van vroeger: 'En dan te bedenken dat hier dus alleen maar akkerland lag! Alles is hier nieuw gemaakt.'
Consequente uitvoering
Terwijl we koers zetten naar De Buitens – de woongebieden rondom De Veste in een veel lagere woningdichtheid – geeft Van der Horst aan dat Brandevoort zich nog steeds in een grote belangstelling mag verheugen: 'Dat komt mede omdat er geen afbreuk is gedaan aan de oorspronkelijke principes. In de crisistijd was het op enig moment verleidelijk om het ambitieniveau te verlagen maar in nauw overleg met de gemeente is besloten dat niet te doen. Dan maar een wat lager tempo in de woningverkopen. Die strategie heeft goed uitgepakt.' Een andere succesfactor is geweest dat langere tijd steeds met dezelfde mensen aan publieke en private kant aan het project is gewerkt. 'Die continuïteit heeft enorm geholpen om het concept te bewaken. Je ziet hier niet de “jaarringen” die we in andere wijken soms wel tegenkomen. Tot en met de naambordjes is alles consequent uitgevoerd. Waarbij de gemeente ook heeft aangedurfd om in de openbare ruimte elementen toe te passen die niet “standaard” waren maar juist specifiek bedacht voor Brandevoort.' Ook de aandacht voor groen paste in deze strategie: 'Er is veel gebruik gemaakt van bestaand groen en ook het nieuwe groen dat is aangeplant had direct een goede maat.' Van der Horst wijst op een prachtige grote boom aan het Biesveldje: 'Een jaren oude beuk die voor een astronomisch bedrag is herplant en hier een plek heeft gekregen. Maar daardoor is wel een geweldig mooie plek ontstaan! Waar mensen zich vanaf dag één thuis voelen.'
Lessen voor de toekomst
Laatste vraag aan Van der Horst, terwijl we nog wat langs de pleintjes en grachten van De Veste dwalen bij ondergaande zon, wat neemt hij mee van deze ontwikkeling? Het ontwikkelen volgens de principes van New Urbanism heeft in Nederland uiteindelijk niet massaal voet aan de grond gekregen, maar mogelijk zijn er wel andere lessons learned? 'Het vasthouden aan het oorspronkelijk stedenbouwkundig concept is duidelijk een les geweest, ook voor andere projecten. We hebben bijvoorbeeld gezien dat bij het bij Haverleij ook uitstekend heeft uitgepakt. Je creëert zo unieke gebieden waarmee mensen zich kunnen identificeren.' Een tweede les heeft betrekking op de architectuur die in Brandevoort is toegepast: 'We hoeven zeker niet op elke locatie romantische en historiserende architectuur toe te passen, maar het is goed om als gebiedsontwikkelaar na te denken over de architectuurstijlen die mensen waarderen. En om die vervolgens heel consequent door te voeren.' Daarbij is het volgens Van der Horst in Brandevoort goed gelukt om architectonische diversiteit samen te laten gaan met een seriematige bouw: 'Iedere woning oogt uniek. Door gebruik te maken van eenzelfde gevelindeling maar door andere materialisatie en kleur gebruik toe te passen, komen woningtypes met dezelfde plattegronden meerdere keren in het plan terug. Dat geldt ook voor andere inrichtingselementen in het gebied. Op die manier hebben we ook de betaalbaarheid in deze gemengde wijk kunnen borgen.'
Brandevoort in de kort
In het Vinex-woongebied Brandevoort worden circa 6.000 woningen gerealiseerd, alsmede diverse voorzieningen. Centraal ligt deelgebied De Veste, dat aan een oud vestingstadje doet denken – in een hoge dichtheid. Eromheen bevinden zich De Buitens, met ontspannen landschappelijk wonen op royale kavels. Het NS-station Brandevoort zorgt voor goede verbindingen met de regio.